IBA gaat er van uit dat dwangpatiënten fantasie en werkelijkheid verwarren doordat zij meer geloofwaardigheid hechten aan een verhaal in hun hoofd over wat er aan de hand zou kunnen zijn, dan aan wat ze kunnen zien, horen, ruiken, voelen of proeven. In de IBA-behandeling wordt gewerkt aan de hand van observatie-, redeneer- en ervaringsoefeningen. De patiënt leert herkennen wanneer hij meer waarde hecht aan een verhaal in zijn hoofd dan aan de waarneembare realiteit van dit moment. Hij leert herkennen waarom dat verhaal zo echt lijkt, welke manieren van redeneren hem aan zijn zintuigen doen twijfelen. Hij ontdekt welk persoonlijk thema hem gevoelig maakt voor juist dit verhaal. Hij leert zijn zintuigen weer op natuurlijke wijze te gebruiken.
Volgens mijn ervaring met de behandeling van obsessief-compulsieve stoornis in mijn kliniek, komt deze methode (IBA/ICBT) alleen ten goede aan specifiek formen van ocd. Deze methode kan niet alleen worden gebruikt, maar moet worden gebruikt in combinatie met cognitieve gedragstherapie of acceptatie- en commitment-therapie ACT.
IBA is een speciale vorm van cognitieve therapie. Deze vorm van cognitieve therapie richt zich specifiek op het verbeteren van de redeneerfouten die patiënten met OCS maken. De IBA verschilt van de reguliere cognitieve gedragstherapie in (a) IBA de patiënt leert zijn obsessie te verwerpen b) IBA interventies geen angst induceren. Lees meer hier